[[en]]In the series, the earth is engulfed by bite-sized zombies, walkers, who threaten to overwhelm the remaining population. So much for the classic slasher content of the story. What the Walking Dead is really about is that the greatest danger to humanity is not so much the zombies as, armed with a solid spade, you can dispense with them. The real danger is the people who react in different ways to the permanent threat. The baseline of the show is therefore "Fight the dead, fear the living". I did not have to look up the latter, this geek has the T-shirt. After all, during the series we see how some people form a commune in collaborative harmony; they even have flower garlands. Others apparently are less willing to cooperate, have more self-interest and choose to fight these softies. The main character Rick Grimes, a former agent, must therefore constantly balance his group between working together (cooperative) and working in opposition (competition) to survive. And, except for the zombies, we strangely see the same phenomenon occur during this Corona crisis. [[nl]]In de reeks wordt de aarde overspoeld door bijtgrage zombies, walkers, die de resterende bevolking dreigen te overrompelen. Tot zover het klassieke ‘slasher’ gehalte van het verhaal. Waar de Walking Dead echt om draait is dat het grootste gevaar voor de mensheid niet zozeer de zombies zijn. Gewapend met een degelijke spade kom je daar nog mee weg. Het echte gevaar zijn de mensen die op uiteenlopende manieren reageren op de permanente dreiging. De baseline van de show is dan ook ‘Fight the dead, fear the living’. Dit laatste heb ik niet moeten opzoeken, deze nerd heeft het T-shirt. Tijdens de reeks zien we immers hoe sommigen in samenwerkende harmonie een commune vormen, inclusief bloemenkrans. Anderen hebben het blijkbaar iets minder voor samenwerking en kiezen ervoor om deze softies te bestrijden uit eigenbelang. Het hoofdpersonage Rick Grimes, een voormalig agent, moet met zijn groep dus voortdurend balanceren tussen samenwerken (coöperatie) én tegenwerken (competitie) om te overleven. En, behoudens de zombies, zien we vreemd genoeg hetzelfde fenomeen optreden tijdens deze Coronacrisis.

© The Walking Dead

[[en]]There is a large group of people who will work together in solidarity to make face masks, make calls to others or show bears for the entertainment of walking children. Another group works against them, holding lock-down parties, hoarding toilet paper and happily driving to the coast. Politically we see the same phenomenon; either opt for strong opposition by giving up support to WHO or opt for cooperation as a group of countries and cancel the debts of those most severely affected. Organizations choose the same approach. Either they compete with the environment, as Albert Heijn is doing, and opt for self-interest by no longer paying suppliers. Or, on the other side, you have organizations, such as Delhaize and Colruyt, working together to provide healthcare providers with necessary resources. Now you probably suspect that we, as socially engaged sweethearts, will make a case for cooperation and not for competition. You are wrong. Our work with street children has led us to realize that, in deprived neighborhoods, it is precisely the balance between the two, cooperative competition, which ensures that we can grow and survive. [[nl]]Er is een grote groep van mensen die solidair gaat samenwerken om mondmaskertjes te maken, eenzamen te bellen of beertjes tentoonstellen ter vertier van wandelende kindjes. Een andere groep werkt tegen en houden lockdown feestjes, hamsteren wc-papier en rijden vrolijk naar de kust. Politiek zien we hetzelfde fenomeen; of je kiest voor het stevige tegenwerken door de steun aan de WHO op te zeggen, ofwel kies je als groep van landen voor samenwerken, en dan scheld je de schulden kwijt van de zwaarst getroffenen. Organisaties kiezen voor dezelfde aanpak. Ofwel gaan ze in competitie met de omgeving zoals Albert Heijn, en kiezen voor het eigenbelang door leveranciers niet meer te betalen. Je hebt echter ook organisaties, zoals Delhaize en Colruyt, die samenwerken om zorgverstrekkers te voorzien van noodzakelijke middelen. Nu vermoedt u waarschijnlijk stilaan dat wij, als sociaal geëngageerde lieverds, pleidooi zullen houden voor coöperatie en niet voor competitie. Dat hebt u mis. Door ons werk met straatkinderen kwamen wij in achtergestelde buurten tot de vaststelling dat het juist de balans is tussen beiden, coöperatieve competitie, die ervoor zorgt dat we kunnen groeien en overleven.

[[en]]An example can explain cooperative competition. You have to earn your stripes in a gang, by entering the competition at the right time but in a way that does not put you outside the group. The same goes for a start-up coffee farmer. You would do well to want to be the best, first and foremost, with good soil and good beans but not at the expense of all your neighbors. But just as the gang members have to put aside their personal ambitions to face an external threat, so should the coffee farmer work with like-minded people against the influence of buyers. So it is about choosing cooperation or competition at the right time and using the skill to make optimal use of both parts. This optimal balance is what cooperative competition, also known in literature as cooptation (based on the research of Nobel Prize winner Nash), is all about. The question is, how do we do that? [[nl]]Een voorbeeld kan coöperatieve competitie toelichten. Zo moet je in een bende eerst je strepen verdienen, dat doe je door op het juiste moment in competitie te gaan, maar dan wel op een manier die je niet buiten de groep zet. Hetzelfde geldt voor een startend koffieboer, je doet er goed aan om eerst en vooral de beste te willen worden met goede grond en goede bonen, maar niet ten koste van al je buren. Maar net zoals de bendeleden even hun persoonlijke ambities opzij moeten zetten om aan een externe dreiging het hoofd te bieden, zo doet de koffieboer er ook goed aan om met gelijkgestemden samen te werken tegen de invloed van inkopers. Het gaat dus om op het juiste moment te kiezen voor coöperatie of voor competitie én om de vaardigheid om beide insteken optimaal te benutten. Die optimale balans is waar coöperatieve competitie, in de literatuur ook gekend als coöptatie (naar het onderzoek van Nobelprijswinnaar Nash), om draait. De vraag is, hoe doen we dat?              

[[en]]Well, in our StreetwiZe training on cooperative competition, we cover four insights and skills that can help. The first tip is to think more creatively about who we can work with. Very often partnerships arise on a horizontal level, with colleagues as it were. An example in the distribution sector is the integration of Mediamarkt stores within the Makro branches. The latter party then stops selling electronics while hoping to benefit from additional customers that the presence of the first party can yield. The danger, however, lies in that through this cooperation you have an attractive offer that the customer isn’t waiting for. The hoped-for results of the collaboration between Mediamarkt and Makro will not materialize at the branches. That is why vertical cooperation is also required. This form of collaboration also involves customers or users in shaping a product or service. It includes various crowdfunding initiatives in which users design a product or service in co-creation with the supplier. This form of cooperation is very much in the DNA of the mobile school, where cooperation takes place between our organization, a local partner and the children, so that we can optimally design the school. [[nl]]Welnu, in onze StreetwiZe opleiding rond coöperatieve competitie behandelen we vier inzichten en vaardigheden die ons daarbij kunnen helpen. Een eerste tip is om creatiever na te denken over met wie we kunnen samenwerken. Heel vaak ontstaan samenwerkingsverbanden op horizontaal niveau, met concullega’s als het ware. Een voorbeeld in de distributiesector is het integreren van Mediamarkt winkels binnen de Makro filialen. Deze laatste partij stopt dan met het verkopen van electronica terwijl ze hoopt te genieten van extra klanten die de aanwezigheid van de eerste partij kan opleveren. Het gevaar schuilt er echter in dat door die samenwerking je een mooi aanbod hebt waarop de klant niet zit te wachten. Zo blijven de verhoopte resultaten van de samenwerking tussen Mediamarkt en Makro in verschillende vestigingen uit. Daarom dringt ook verticale coöperatie zich op. Deze vorm van samenwerking betrekt ook klanten of gebruikers bij het vormgeven van een product of dienst. Denk hierbij aan verschillende crowdfunding initiatieven waarbij gebruikers in co-creatie met de leverancier een product of dienst vormgeven. Deze vorm van samenwerking zit zeer sterk in het DNA van de mobiele school waar er een samenwerking ontstaat tussen onze organisatie, een lokale partner én de kinderen zodat we de school optimaal kunnen vormgeven.

[[en]]A second tip is to look for complementaries (complementarity) and not similarities (simularity) in collaboration. As long as the automotive sector only works with car manufacturers, the outcome will be limited to the same mindset of ideas. If the automotive sector wants to increase results from collaborative working, they would do well to appeal to complementary partners. These can range from alternative mobility providers (public transport, bicycles, Kiss & Ride car parks) to completely different approaches (urban planning, environmental movement). This is also essential thinking in the social sector. Too many Boards of Directors still consist of like-minded people. However, if we want to learn something from this crisis a collaboration with completely different parties, including for-profit companies, on such a board is one way. That is why we, as an organization, have also resolutely opted to work with complementary members within our Board of Directors. [[nl]]Een tweede tip is om in samenwerking op zoek te gaan naar aanvulling (complementariteit) en niet naar gelijkenissen (simulariteit). Zolang er binnen de automobielsector uitsluitend samengewerkt wordt met de producenten van wagens, blijft de uitkomst beperkt tot dezelfde gekleurde ideeën. Als de automobielsector het resultaat van samenwerken wil verhogen dan doen ze er goed aan complementaire partners aan te spreken. Dit kan gaan van alternatieve mobiliteitsaanbieders (openbaar vervoer, fietsen, K&R parkings) tot totaal andere insteken (stedenbouw, milieubewegingen). Ook in de sociale sector is dit essentieel. Nog teveel Raden van Bestuur bestaan uit gelijkgestemden. Willen we echter uit deze crisis iets leren, dan dient een samenwerking met totaal andere partijen in zo’n bestuur, waaronder profit bedrijven, zich aan. Daarom hebben wij er als organisatie ook resoluut voor gekozen om samen te werken met leden binnen onze RVB die complementair zijn.

[[en]]When it comes to introducing effective competition, we have a third tip; limit collaboration in purpose and in time. Think back to the tip about involving customers in a collaboration to achieve a better product or service. Make it clear in advance what the remit of the cooperation is (for example the design of the product), but also have the courage to indicate the boundaries of that cooperation (for example, the pricing of the product). After the time limit has passed and the collaborative goal achieved, you can compete in a productive way without anyone feeling badly treated. [[nl]]Wat het introduceren van effectieve competitie betreft, hebben we een derde tip: beperk samenwerking in doel én in tijd. Terug naar de tip rond het betrekken van klanten in een samenwerking om tot een beter product of dienst te komen. Maak op voorhand duidelijk wat de finaliteit is van de samenwerking (bijvoorbeeld de vormgeving van het product), maar durf ook de grenzen van die samenwerking te benoemen (bijvoorbeeld de prijszetting van het product). Na het aflopen van de tijd, en na het bereiken van het samenwerkingsdoel, kan je op een productieve manier in competitie gaan zonder dat iemand zich slecht bejegent voelt.      

[[en]]And finally the fourth and final tip to monitor the balance between cooperative and competition in an effective way; continue to evaluate critically. What we often see in partnerships is that, once started, they continue to exist. It is unbelievable how many workgroups take place every week, because they have simply become a habit! Keep a critical finger on the pulse of any collaboration by evaluating it internally for additional yield and value. When it is no longer possible to determine added value, which can also lie in the fact that you learn something from it as an organization, we would do well to end it. So make a habit of the critical evaluation, not of the cooperation itself! [[nl]]En tot slot een vierde en laatste tip om de balans tussen coöperatie en competitie te bewaken op een effectieve manier: blijf kritisch evalueren. Wat we heel vaak zien in samenwerkingsverbanden is dat die blijven bestaan, omdat ze ooit gestart zijn. Het is ontzettend om vast te stellen hoeveel werkgroepen er wekelijks doorgaan, omdat dit nu eenmaal een gewoonte geworden is! Hou bij elke samenwerking dan ook de kritische vinger aan de pols door deze intern te evalueren naar meeropbrengst en waarde. Op het moment dat er geen meerwaarde meer kan vastgesteld worden, en die kan ook liggen in het feit dat je er iets van leert als organisatie, doen we er goed aan deze te beëindigen. Maak dus van de kritische evaluatie een gewoonte, niet van de samenwerking an sich!

[[en]]Especially in these times of crisis, the optimal balance between cooperation and competition is essential. Pursuing one or the other blindly will not take us any further. [[nl]]Zeker in deze crisistijd is de optimale balans tussen coöperatie en competitie essentieel. Blindelings het één of het ander nastreven zal ons geen stap verder brengen.

[[en]]More Streetfood for Thought? [[nl]]Meer Streetfood for Thought?